Een BV en toch privé aansprakelijk? Ja, dat kan!
Geplaatst op 18 december 2020

Een BV en toch privé aansprakelijk? Ja, dat kan!

Veel ondernemers kiezen bij de oprichting van een onderneming bewust voor de juridische vorm van een besloten vennootschap (BV). Een belangrijk voordeel van ondernemen vanuit een BV is dat de BV een rechtspersoon is en de bestuurder dus niet persoonlijk aansprakelijk is voor de schulden die de BV maakt. Dit is immers het hele doel van het afgescheiden vermogen dat een rechtspersoon heeft. Betekent dit dat een bestuurder volledig gevrijwaard is van aansprakelijkheid? Nee, zeker niet. De risico’s met betrekking tot de aansprakelijkheid moeten niet onderschat worden. In de praktijk krijg ik daar vaak vragen over. In deze blog leg ik uit wanneer een bestuurder privé aansprakelijk kan zijn. 

De externe bestuurdersaansprakelijkheid

Er bestaan twee vormen van bestuurdersaansprakelijkheid: interne en externe. Externe bestuurdersaansprakelijkheid is de aansprakelijkheid van een bestuurder jegens een derde, zoals klanten en leveranciers. Bij interne bestuurdersaansprakelijkheid is de bestuurder aansprakelijk jegens de vennootschap. De interne bestuurdersaansprakelijkheid stel ik in een volgende blog aan de orde. Waar ik het in deze blog over wil hebben is de externe bestuurdersaansprakelijkheid.

 Soms betaalt een BV haar leveranciers of klanten niet. Als de BV niet betaalt en er kan bij de BV ook geen betaling worden verkregen (of afgedwongen) en de schuldeiser wil toch zijn geld krijgen, dan kan de schuldeiser in sommige gevallen bij de bestuurder(s) van de BV terecht. Om een bestuurder persoonlijk aansprakelijk te stellen, moet dat worden gebaseerd op artikel 6:162 BW: de onrechtmatige daad.

 Op grond van artikel 6:162 BW is de bestuurder die zich ten opzichte van een ander toerekenbaar onrechtmatig gedraagt, verplicht zijn of haar schade te vergoeden. De rechtspraak noemt twee gevallen van externe bestuurdersaansprakelijkheid:

  •         Het namens de BV aangaan van verplichtingen terwijl de bestuurder wist of had behoren te weten dat de vennootschap deze verplichtingen niet zou kunnen nakomen;
  •        Het bewerkstelligen of toelaten dat de B.V. haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt.

Persoonlijk ernstig verwijt

Voor deze externe bestuurdersaansprakelijkheid moet er sprake zijn van een persoonlijk ernstig verwijt. Een ernstig verwijt houdt in dat een redelijk handelend bestuurder in dezelfde omstandigheden anders zou hebben gehandeld. De schuldeiser (of andere derde) zal per bestuurder moeten aantonen dat hier sprake van is. Een voorbeeld uit de rechtspraak is het storten van gelden of verplaatsen van gezonde onderdelen naar een BV, met als gevolg dat de BV geen verhaal meer biedt voor de schuldeisers.

 De bestuurder kan bestuurdersaansprakelijkheid dus voorkomen door te stellen, en zo nodig te bewijzen, dat hem persoonlijk geen ernstig verwijt kan worden gemaakt van de gedragingen waarop de bestuurdersaansprakelijkheid is gebaseerd.

Praktijkvoorbeeld

Onlangs nog ontving ik een mooi vonnis van de kantonrechter dat dit illustreert. Het gaat om het vonnis van de rechtbank Overijssel van datum 17 november 2020 (zaaknummer 8711051):

 “ (…) De bestuurder stond als bestuurder van de BV inschreven maar hield zich met het reilen en zeilen van de onderneming in het geheel niet bezig. Een verklaring hiervoor kan de bestuurder niet geven, hij weet het niet. De bestuurder heeft niets ondernomen en geen passende maatregelen genomen om te waarborgen dat de vordering van haar schuldeiser door de vennootschap zou worden voldaan. De bestuurder heeft hiermee onrechtmatig jegens haar schuldeiser gehandeld en is dan ook gehouden de schade die de schuldeiser daardoor heeft geleden te voldoen. De kantonrechter gaat voorbij aan het verweer van de bestuurder dat hij niet wist dat de BV een overeenkomst had gesloten nu dat juist het verwijt is dat de bestuurder wordt gemaakt. Het is de taak van de bestuurder om er zorg voor te dragen dat men wel weet wat er in de onderneming gebeurt, hoe de onderneming er financieel voorstaat, welke overeenkomsten en met welke financiële verplichtingen de onderneming aangaat en of de onderneming deze verplichtingen ook kan nakomen en nakomt.”

 Oftewel: van een bestuurder wordt verwacht dat hij weet hoe de BV ervoor staat en op basis daarvan kan inschatten welke verplichtingen de BV jegens derden kan (laten) aangaan. De bestuurder moet zich er dus van bewust zijn dat het risico’s met zich meebrengt als hij dat niet weet.

Bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement

Is de rechtspersoon failliet dan kan de curator op grond van artikel 2:248 BW de bestuurders aansprakelijk stellen. De curator wikkelt het faillissement af en behartigt de belangen van de schudeisers. De curator doet ook onderzoek naar het bestuur. Is er sprake van een faillissementstekort? Dan kan de curator het bestuur hoofdelijk aansprakelijk stellen voor dit tekort als het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement.

Bezint eer ge begint

Vanuit mijn praktijkervaring moet ik hieraan toevoegen dat bestuurdersaansprakelijkheid niet gemakkelijk is. Het is immers de hoofdregel dat er een afgescheiden vermogen is voor de BV. Procedures voor bestuurdersaansprakelijkheid vereisen uitvoerige bewijsopdrachten. Voor een bestuurder is het goed om te weten dat een BV niet automatisch betekent dat hij als bestuurder niet privé aansprakelijk is voor de vordering(en) van schuldeisers. Een BV opzetten behelst meer dan het op afstand meekijken en denken dat u zich als bestuurder voor de vorderingen van schuldeisers achter de juridische muur van de BV kunt verschuilen. Dus: bezint eer ge begint!

Heeft u een vraag over interne of externe bestuurdersaansprakelijkheid? Neemt u dan contact op met mr. Lindy Pross. Zij helpt u graag verder!